In het Franse Bordeaux kun je dag en nacht bij zeven typische Kabakov-personages naar binnen kijken. De persoon die nooit iets weggooit ordent elke snipper, om maar geen herinneringen te verliezen. In een andere kamer hangen engelenvleugels aan een stoel. Als hij die een paar uur per dag draagt, zo merkte de bewoner, wordt hij een beter mens. ‘Tegen familie en vrienden zeg ik dat ik dat in een wetenschappelijk tijdschrift heb gelezen,’ schrijft hij, ‘dat is veiliger’. De man op de bovenverdieping ontdekte dat het paradijs vlakbij is: het ligt net onder het plafond.
La Maison aux personnages des Kabakov ligt bij de halte Hôpital Pellegrin van tramlijn A.

Kabakov (1933) heeft altijd personages uitgedacht. In de Sovjettijd maakte hij albums over hun beslommeringen, hun conversaties in de gemeenschappelijke keuken, hun spulletjes, soms vanaf het plafond gadegeslagen door de mug-man Komarov. Daarna volgden grotere installaties, zoals die van de man die de ruimte in vloog vanuit zijn kamer. Je ziet het gat nog in het plafond waardoor hij verdween. Met het uiteenvallen van de Sovjet-Unie is Kabakov zelf weggevlogen; hij woont al jaren in de VS. ‘Ik varieer op de Russische literatuur, niet op de beeldende kunst’, zegt hij in de documentaire Poor folk. Kabakovs (2018) die Anton Zhelnov maakte ter ere van Kabakovs 85e verjaardag. Een echte Russische verhalenverteller, die we ook in het Westen graag zien. Of lezen.