Lezingen

Academie der Kunsten, Sint Petersburg

Lezingen

 

Je kunt over Russische kunst lezen, je kunt er naar kijken, maar je kunt er ook naar luisteren.
Pauline Michgelsen verzorgt zowel overzichtslezingen (in één of meerdere bijeenkomsten) als lezingen over een bepaald thema of specifiek onderwerp. Ze geeft lezingen van Groningen tot Leuven, van Amsterdam tot Sint Petersburg en van Nijmegen tot Toulouse.

Wilt u een lezing organiseren, neem dan contact op.

Onderwerpen

Mogelijkheden te over!
Vrijheid en censuur in de Russische kunst, Moskou rond 1900, de Academie der Kunsten in Sint Petersburg, lijfeigenenkunst in de 18e eeuw, enzovoort. U kunt ook zelf verzoeken om een bepaald thema, tijdperk, een bepaalde kunstenaar, kunstenaarsgroep of stroming.
Schrijf u in voor onze nieuwsbrief als u op de hoogte wilt blijven van lezingen over Russische kunst.

Huismuseum van Isaak Brodski, Sint Petersburg

Voorbeeld I

Kunstverzamelaars door de eeuwen heen

Sergei Sjtsjoekin (1854-1936), een Moskouse textielfabrikant, bezat een indrukwekkende collectie Franse kunst, waaronder talloze werken van Matisse en Picasso. De collectie bleef na de Russische revolutie in Rusland achter; Sjtsjoekin bracht zijn laatste jaren in Parijs door. Hoe kwam het dat er aan het begin van de 20e eeuw zulke mooie collecties werden aangelegd, veelal door industriëlen? Wat verzamelde de adel ten tijde van Catharina de Grote? Werd er in de Sovjet-Unie ook kunst verzameld? En tegenwoordig?

De Matisse-zaal ten huize van Sergei Sjtsjoekin in Moskou © www.collectionchtchoukine.com

Voorbeeld II

Russen in Frankrijk en Fransozen in Rusland

Peter de Grote had Nederland; tsarina Elizabeth en haar opvolgers verkozen Frankrijk. De beste studenten van de kunstacademie mochten er verder leren, Franse kunstenaars werden docent in Petersburg; Ilja Repin schilderde de Normandische kust, Chagall de Eiffeltoren.
Veel kunstenaars kwamen in de roerige jaren ’10 van de vorige eeuw naar Parijs. Zo ook Marevna (1892-1984). Ze werd niet zo beroemd als sommige van haar tijdgenoten, maar stelde haar herinneringen aan hen te boek. Elisabeth Vigée Lebrun (1755-1842) schreef anderhalve eeuw eerder Souvenirs over haar langdurig verblijf in Petersburg. Grote en kleine verhalen over grote en kleine namen.

Life in two worlds; de memoires van Marie Vorobieff (Marevna)

Voorbeeld III

1988: kunst aan het einde van de Sovjet-Unie

En toen werd alles anders. Perestrojka! Glasnost! Alles wat zich jarenlang slechts in het verborgene had afgespeeld, voor zover het zich al had kunnen afspelen, kwam bovengronds. Verboden films, ‘gearresteerde’ boeken, rockmuziek, en kunst, heel veel kunst. Wie waren die non-conformistische, niet-officiële, ondergrondse kunstenaars? Hoe werkten ze vóór 1988? Hoe leefden ze? En hoe verging het ze toen de Sovjet-Unie ophield te bestaan?

Joeri Albert, Wat uw mening over dit kunstwerk betreft: daar ben ik het volledig mee eens, 1987 © Pauline Michgelsen

Voorbeeld IV

Vitebsk rond 1918

In 1918 wordt Marc Chagall, geboren in Vitebsk, aldaar benoemd tot Commissaris van Kunst. Hij richt een kunstschool op en opent een museum. Ook nodigt hij de eveneens in Vitebsk geboren kunstenaar El Lissitzky uit te komen doceren. Lissitzky vraagt op zijn beurt Kazimir Malevitsj erbij. Op de verjaardagen van de revolutie hangt de stad vol met geometrische figuren. In 1922 moet de kunstopleiding haar deuren weer sluiten. Chagall was toen al vertrokken, Lissitzky en Malevitsj gaan ook weer hun eigen weg. En Vitebsk wordt weer een doorsnee provinciestadje in Wit-Rusland…

El Lissitzky, Versla de Witten met het Rode wig, 1919 © Russische Staatsbibliotheek Moskou

Voorbeeld V

Kunst van lijfeigenen

Menig Russisch kunstenaar was – tot in 1861 het lijfeigenschap werd afgeschaft – lijfeigene. Ze schilderden met name portretten, duizenden portretten. Van de adel vooral, maar soms ook van ‘gewone’ mensen.
Een lezing met veel beeldmateriaal, maar ook een haast wiskundige tekening, omdat het zo mooi is te zien hoeveel lijnen er kunnen lopen van één schilderij: in dit geval het portret van Praskovja (operadiva en lijfeigene), in 1803 geschilderd door Nikolai Argoenov (kunstschilder en lijfeigene). Ze lopen niet alleen naar andere lijfeigenen, maar ook naar de adel, naar muziek, naar een Franse kunstenares en een Franse schrijfster, naar Napoleon, Catherina de Grote, Karamzin, Poesjkin, Kiprenski, Brjoellov en Taras Sjevtsjenko… Met Achmatova en Nabokov lopen ze zelfs door tot in de 20e eeuw.

Welke lijnen je soms kunt trekken, uitgaand van één schilderij… © Pauline Michgelsen