Opeens stond ik oog in oog met Marie. Dat wil zeggen, ik stond oog in oog met dit meisje dat Marie Bashkirtseff (in het Russisch Башкирцева (Basjkirtseva), 1858 – 1884) in 1883 schilderde. ‘Paraplu’ heet het, en het hangt in het Russisch Museum in Sint Petersburg. Ik realiseerde me dat ik nog nooit een schilderij van Marie in het echt had gezien.
Ik ken haar grafkapel, dat wel. Die staat op het kerkhof van Passy, in het 16e arrondissement van Parijs. Na haar dood heeft haar familie een soort atelier in het kapelletje gemaakt. Je kunt er niet in, maar je ziet het door een klein stukje venster.
Marie Bashkirtseff werd in Havrontsi in Oekraïne geboren. Ze reist, samen met haar moeder, al als klein meisje door Europa, tot ze zich in 1877 in Parijs vestigen. Aanvankelijk wil Marie zangeres worden, beter gezegd een beroemd zangeres, maar dat lukt niet: Marie blijkt tuberculose te hebben. Dan wil ze kunstenaar worden. Beter gezegd: een beroemd kunstenaar. Ze volgt lessen op de Académie Julian, de enige opleiding die ook vrouwen accepteert. Maar een beroemd kunstenaar wordt ze ook niet, daarvoor leeft ze te kort. Marie is nog geen 26 als ze overlijdt.
En toch wordt ze beroemd. Marie hield vanaf haar twaalfde een dagboek bij. Bij haar dood telt het 105 schriften. „Spoedig zal er niets van me over zijn… niets! […] alsof ik nooit bestaan heb”, schrijft Marie een maand voor haar dood. Maar als haar familie in 1887 een eerste versie van haar dagboeken uitbrengt, krijgt het al gauw een cultstatus. Ruim honderd jaar later verschijnt een tekstgetrouwe editie, want haar familie heeft het dagboek destijds wel een beetje bijgewerkt… Net zoals ze op de grafkapel Marie twee jaar jonger hebben gemaakt, door als geboortejaar 1860 te vermelden. Alsof haar leven al niet kort genoeg was.
Er is dus wel iets van Marie overgebleven. Een grafkapel, inmiddels tot monument verklaard. Dagboeken, enkele artikelen, brieven. En een paar schilderijen, zodat je soms nog oog in oog staat met Marie.
In 1997 verscheen een selectie van haar teksten in de reeks privé-domein (nr. 215) van de Arbeiderspers onder de titel ‘Waarom zou ik liegen’, vertaald door Marianne Kaas.
Schilderijen van Marie Bashkirtseff bevinden zich o.a. in het Louvre en het Musée d’Orsay in Parijs, in het Musée des Beaux-Arts Jules Chéret in Nice, het Staatsmuseum Dnepropetrovsk en het Kunstmuseum Kharkov (beide in Oekraïne), het Russisch Museum in Sint Petersburg, en het Rijksmuseum Amsterdam.